Hallo, mijn naam is Thom. Ik woon in Amsterdam in Nederland. Maar ik moet een beetje opschieten, want ik moet naar school. Terwijl ik aan het fietsen ben zie ik veel dingen om me heen. Je kunt wel zien dat Nederland een rijk land is en zeker tot een centrumland behoort. Dat zie je aan de gebouwen, het verkeer en de infrastructuur. Dat is een snelle en duidelijke conclusie, maar als je het welzijn wil meten moet je veel preciezer zijn.

 Hoe meet je het welzijn eigenlijk? Door te kijken naar 3 factoren:

- de levensverwachting dat heb ik even opgezocht (bron: CPB) en dat is gemiddeld 82 jaar. Dat klopt wel met de leeftijden van de bejaarden in het bejaardentehuis, waar ik elke donderdag help. De levensverwachting is dus behoorlijk hoog, vergeleken met andere landen.

- de koopkracht dat is hoeveel je in een land kan kopen voor 1 dollar. In Nederland kun je niet zo veel kopen voor 1 dollar (ongeveer 0,85 euro), want Nederlanders zijn best rijk. Dat kun je zien aan het bruto nationaal product (BNP) dat in Nederland behoorlijk hoog is.

- de alfabetiseringsgraad dat is hoeveel mensen ouder dan 15 jaar er kunnen lezen en schrijven. Op de wereldkaart hieronder is dat heel duidelijk te zien. In Nederland kunnen dus meer dan 97% van de mensen ouder dan 15 jaar lezen en schrijven.

 De beroepsbevolking is ook belangrijk. Bij aardrijkskunde heb ik op school geleerd dat met de beroepsbevolking wordt bedoeld: alle mensen die werken tegen betaling en de werklozen. Als ik na school naar huis fiets, let ik goed op de mensen die aan het werk zijn. Fietsend door de stad zie ik twee soorten werkenden. Er zijn mensen die een dienst verlenen, zoals de vuilnisman, ambulance medewerkers en mensen die werken bij de overheid. Die werkenden vallen allemaal onder de tertiaire sector. Ik fiets ook langs een industrieterrein en een bouwterrein. De mensen die daar werken vallen onder de secundaire sector. De laatste sector is de primaire sector. Dat zijn de mensen die werken in de landbouw en visserij. In het diagram hiernaast kun je zien hoe de werkende mensen over de sectoren zijn verdeeld. In Nederland werken best veel mensen in de tertiaire sector.

 Nu weet ik dus dat de infrastructuur in Nederland goed is, het welzijn in Nederland hoog is en veel mensen in Nederland werken in de tertiaire sector. Daar kan ik uit afleiden dat Nederland tot de centrumlanden behoort.

 Thuis aangekomen! Het was een leuke en leerzame dag. Nu nog even huiswerk maken en dan even lekker niks doen!